Creatieve macrofotografie

Macrofotografie is niet meteen de meest toegankelijke vorm van fotografie: zowel op technisch als op materieel vlak brengt deze fotografiespecialisatie verschillende uitdagingen met zich mee. Toch is het één van de meest fascinerende vormen van natuurfotografie, die heel veel nieuwe mogelijkheden biedt. In dit artikel over macrofotografie gaan we nog een stapje verder en zoeken we naar verrassende en creatieve manieren om het onderwerp in beeld te brengen.

Azuurwaterjuffer in tegenlicht

Wie als fotograaf creatief wil blijven, moet af en toe eens outside the box durven denken.  Een haarscherpe en beeldvullende foto van een vlinder of bloem tegen een zachte, egale achtergrond hebben we allemaal wel al eens gezien. Voor wie een ander verhaal wil brengen, loont het om af en toe eens te durven experimenteren. Probeer af te stappen van het standaard close-up beeld en ga op zoek naar andere manieren om diezelfde vlinder of bloem in beeld te brengen. Ga bijvoorbeeld eens een stapje achteruit en laat wat meer van de omgeving zien: het onderwerp hoeft niet altijd beeldvullend afgebeeld worden. Af en toe mag de achtergrond ook wat minder "steriel" door bewust op zoek te gaan interessante licht- en kleurvlekken in voor- en achtergrond. Het is ook mogelijk om verrassende effecten te bereiken door te spelen met licht en tegenlicht, te fotograferen in high-key of een alternatief standpunt in te nemen. Manieren genoeg dus om het onderwerp op een verrassende manier in beeld te brengen!

Bokeh

Elke macrofotograaf heeft wellicht ooit al over Bokey gehoord; maar wat verstaat men daar eigenlijk precies onder? Per definitie is "bokeh" de onscherpte of esthetische onscherpte in de niet scherpe delen van een foto, of de manier waarop de lens lichtvlekken weergeeft die buiten het scherpstelvlak liggen. Bokeh wordt onder meer door het ontwerp van de lens en het diafragma bepaald en is vooral bij macrolenzen erg belangrijk, omdat met deze lenzen vaak gefotografeerd wordt met beperkte scherptediepte. Om die reden gaat een macrofotograaf vaak niet alleen op zoek naar een interessant onderwerp, maar besteedt hij of zij ook veel aandacht aan de voor- en achtergrond en de manier waarop deze een meerwaarde kunnen geven aan de foto. Om een mooi bokeh te creëren is het belangrijk dat het patroon, de structuur en de kleur in de voor- en achtergrond overeenkomen. Wanneer het motief te chaotisch wordt of als er te veel verschillende kleurentinten aanwezig zijn, wordt de foto al snel te rommelig. Een achtergrond van mooi gestructureerd en gelijkgekleurd gras zal een veel mooier resultaat geven dan een wirwar van verschillende soorten vegetatie. Als je wat meer van de achtergrond wilt laten zien, dan moet je vaak een stapje achteruit om het onderwerp minder beeldvullend te fotograferen.

Bosanemoontje tussen het gras

Een egaal en gelijkgevormde voor- en achtergrond zoals dit gras zal bij beperkte scherptediepte een mooi bokeh opleveren. Deze foto zegt meer dan wanneer ik de bloem had geïsoleerd tegen een egaal groene achtergrond.

Canon EOS 5D Mark II, Sigma 150mm f/2.8 macro, f/4.5, 1/25 s, ISO-100

Tips voor een mooi bokeh

  • Ga op zoek naar een onderwerp waar voor- en achtergrond mogelijkheden bieden. Let hierbij vooral op de structuur, het kleur en het patroon van de voor- en achtergrond en vermijd te rommelige stukken.
  • Wanneer de vegetatie bedekt is met dauwdruppels, krijg je vaak een "schitterend" bokeh wanneer je in tegenlicht fotografeert.
  • Ga op zoek naar interessante lichtvlekken in voor- en achtergrond en speel met het diafragma om het gewenste effect te bereiken.
  • Fotografeer door de vegetatie heen om een mooi diffuus kader in de voorgrond te creëren.
  • Verander je positie of plaats eventueel kleurrijke elementen (bvb. herfstblaadjes) voor en achter het onderwerp om een pittoresk bokeh te verkrijgen.
Vliegenzwam

Door herfstblaadjes in de voor- en achtergrond te plaatsen en met beperkte scherptediepte te fotograferen ontstaat een kleurrijk bokeh.

Nikon D800E, Sigma 150mm f/2.8 macro, f/4.5, 1/40 s, ISO-200

Scherptediepte

De diafragmawaarde en de daarmee gepaarde scherptediepte zijn belangrijk om een mooi bokeh te bereiken. Hoewel je meestal met veel scherptediepte wilt fotograferen om het onderwerp volledig scherp in beeld te brengen, ga je net met een heel andere scherptediepte fotograferen om een mooi bokeh te realiseren. Je onderwerp hoeft trouwens niet altijd helemaal scherp afgebeeld te worden: wanneer je scherpstelt op de ogen van een dier of op het "hart" van een bloem, krijgt de kijker sowieso de indruk dat alles scherp afgebeeld wordt. Om een mooi bokeh te creëren, ga je dus niet enkel op zoek naar een leuke achtergrond, maar zal je ook het diafragma zorgvuldig moeten uitkiezen om het gewenste effect te bekomen. Bij een lage diafragma-waarde (bvb. f/2.8 - f/4.0) zullen eerder zachte cirkels en vlekken ontstaan. Stel je het diafragma hoger in (bvb. f/5.6 - f/8.0), dan worden deze vlekken sterker afgelijnd en krijg je soms veelhoeken te zien die de vorm van het diafragma echoën. Aan jou de keuze welke effect je het meest geslaagd vindt.

Dambordje op Gewone margriet
Dambordje op Gewone margriet

Vlinder gefotografeerd tegen een egaal zachte achtergrond. Dit beeld oogt eerder "steriel". Door het diafragma anders in te stellen, wordt het lichtvlekkenpatroon in  de achtergrond meer uitgesproken. Het beeld wordt meteen levendiger.

Canon Eos 5D Mark II, Sigma 150mm f/2.8 macro, f/11, 1/50 s, ISO-400

Voorgrond

We hadden het voorlopig vooral over de achtergrond, maar ook de voorgrond speelt vaak een belangrijke rol. Door bepaalde elementen tussen de camera en het onderwerp in te plaatsen, kan je vaak een mooi diffuus kader creëren die je onderwerp extra benadrukt. Zoiets gebeurd typisch door tussen de vegetatie heen te fotograferen. Opnieuw is het belangrijk dat de voorgrond qua kleur, structuur en patroon niet te chaotisch wordt: meestal krijg je het mooiste effect bij erg beperkte scherptediepte.
 
In sommige gevallen wil je het onderwerp toch volledig scherp in beeld, maar gecombineerd met een mooi onscherpe voor- en achtergrond. Op zo'n moment kan je gebruik maken van focus stacking, zoals bij onderstaande foto van enkele Vliegenzwammen gebeurd is.  Door verschillende foto's te maken met beperkte scherptediepte, waarbij je telkens het scherpstelpunt iets verder naar achter legt, kan je het volledige onderwerp scherp fotograferen, terwijl de rest van de foto mooi onscherp blijft. Het is belangrijk dat je hierbij geen enkel stukje vergeet, want dan krijg je onscherpe stukken of wazige vlekken in het samengestelde beeld.

Achteraf kan je al deze foto's in Photoshop combineren en krijg je een beeld waarbij het onderwerp helemaal scherp is afgebeeld, maar voor- en achtergrond mooi diffuus zijn gebleven. Hoe je deze beelden samenstelt, kon je o.a. lezen in het artikel "Op Locatie: Opaalkust" in Shoot Nr. 23. In dit artikel werd van deze techniek gebruik gemaakt bij landschapsfotografie, maar bij macrofotografie blijft deze techniek net hetzelfde.

Vliegenzwammen

Door laag bij de grond door wat mos heen te fotograferen, kon ik een diffuus kader rondom de paddenstoelen creëren. Om het onderwerp toch volledig scherp in beeld te brengen en voor- en, achtergrond mooi diffuus te houden, heb ik een 20-tal beelden met verschillende scherpstelpunten en beperkte scherptediepte (f/2.8) gecombineerd.

Canon Eos 5D Mark II, Sigma 150mm f/2.8 macro, f/2.8, 1/50 s, ISO-200

Licht en tegenlicht

Ik hoef wellicht niemand meer te vertellen hoe belangrijk licht is bij fotografie en ook bij macrofotografie is dat niet anders. Een foto van een vlinder, frontaal belicht door de opgaande zon  is leuk, maar je zou datzelfde onderwerp ook in tegenlicht kunnen fotograferen, waarbij de vleugels van de vlinder mooi oplichten, de randen extra geaccentueerd worden en dauwdruppeltjes in de achtergrond schitteren.

Dambordje tussen het gras
Dambordje tussen het gras in tegenlicht

Foto van een Dambordje nog voor er zonlicht op het onderwerp valt. Diezelfde foto maar nu in tegenlicht. Je krijgt niet alleen veel meer sfeer, ook het bokeh wordt stukken interessanter.

Canon Eos 5D Mark II, Sigma 150mm f/2.8 macro, f/4.0, 1/100 s, ISO-200

Porseleinzwam in tegenlicht

Wanneer je in tegenlicht fotografeert, is het belangrijk dat je correct weet te belichten: raadpleeg daarom steeds het histogram en controleer de hooglichten.

Wanneer natuurlijk (tegen)licht het laat afweten, kan je ook met behulp van een zaklamp verrassende resultaten boeken. Hierbij geeft ledverlichting het meest natuurlijke resultaat; al is het vaak even zoeken om de zaklamp goed te positioneren en een mooi natuurlijk effect  te realiseren.

Canon Eos 5D Mark II, Sigma 150mm f/2.8 macro, f/9, 1/30 s, ISO-400

Bandheidelibel in tegenlicht

Silhouetten

In tegenlicht fotograferen kan nog uitgesprokener, door volledig tegen de lichtbron in te fotograferen, om zo een silhouet te creëren. Doordat het silhouet sterk afsteekt tegen de zeer felle cirkel van de zon, krijgt het onderwerp alle aandacht. Opnieuw zal de instelling voor het diafragma belangrijk zijn en zowel de grootte en de vorm van de lichtbron bepalen. Bij weinig scherptediepte krijg je een grote ronde cirkel, die verkleint naarmate de scherptediepte of de diafragmawaarde stijgt.

Nikon D800E, Sigma 150mm f/2.8 macro, f/3.5, 1/4000 s, ISO-100

Struiksprinkhaan in high key

High-key

Nog een andere manier om je onderwerp op een creatievere manier in beeld te brengen is fotograferen in high-key, waarbij je eigenlijk bewust de hooglichten gaat opblazen. Vaak doe je dat door tegen de lucht/licht in te fotograferen en sterk te overbelichten. Als je in de A(v) of diafragma voorkeuze stand werkt, dien je een positieve belichtingscompensatie  van vaak meer dan 2 stops instellen. In de manuele stand kan je gewoon langer belichten door de sluitertijd te verlengen tot je het gewenste effect bereikt.  High-key kan zelfs bij minder goed weer verrassende resultaten opleveren door tegen de grijze lucht in te fotograferen.

Canon Eos 5D Mark II, Sigma 150mm f/2.8 macro, f/5, 1/400 s, ISO-400

Voorbereiding & planning

Insecten fotograferen is niet altijd eenvoudig: overdag zijn ze erg actief en van zodra je dichterbij sluipt, zijn ze verdwenen. Daarom is het ideale moment voor dit soort fotografie op een windstille ochtend na een koude nacht. Insecten zijn koudbloedig en wanneer 's nachts de temperatuur flink zakt, zijn ze 's morgens zo sterk afgekoeld dat ze nog amper kunnen vliegen. Zolang er geen zonlicht op valt en ze dus niet kunnen opwarmen, blijven ze vaak roerloos zitten. Voor een macrofotograaf is dit het perfecte moment om deze fascinerende en diverse dierengroep in beeld te brengen. Op zo'n moment kan je immers uitvoerig de tijd nemen om het onderwerp op allerlei verschillende manieren in beeld te brengen. Daarnaast kan je 's morgensvroeg fotograferen in het zachte licht van de opgaande zon en maak je bovendien kans dat het onderwerp nog bedekt is met dauwdruppels.

De meeste insecten vind je in de maanden juni t.e.m. augustus, waarbij bijvoorbeeld juni de grootste diversiteit aan vlinders brengt. Ga in die maanden op zoek naar plaatsen met veel bloemen, bij voorkeur in de nabijheid van water. Dit soort biotopen trekt de meeste insecten aan. Door op de warme uurtjes vooraf enkele geschikte gebieden te verkennen, krijg je een goed zicht op wat er allemaal rondvliegt. Zie je op dat moment slechts twee vlinders, dan is de kans erg klein dat je die 's morgens terug zal vinden. Vliegen er echter tientallen, dan wordt de kans veel groter dat je er wel eentje treft, verborgen tussen het gras. Probeer tijdens de voorbereidende fase ook te achterhalen waar er zonnige en beschaduwde stukken te vinden zijn. De zonnige stukken zijn ideaal om te fotograferen in het eerste ochtendlicht, terwijl insecten in de beschaduwde stukken minder snel opwarmen en dus langer inactief zullen blijven.

's Anderendaags bestaat de uitdaging erin om de insecten terug te vinden. Vele zitten immers goed verscholen tussen de vegetatie. Het is belangrijk dat je hierbij rustig te werk gaat en speurend heel voorzichtig door de vegetatie wandelt. Af en toe eens door de knieën gaan kan helpen om door de vegetatie heen te kijken en insecten en andere onderwerpen gemakkelijker te ontdekken. Als je eenmaal een goed onderwerp gevonden hebt, denk dan eerst even na hoe je dat in beeld wilt brengen en plaats pas helemaal op het einde voorzichtig je statief neer. Sommige diertjes hebben de neiging zich te verschuilen achter een stengel wanneer ze je hebben opgemerkt. In dat geval kan je proberen om met je hand vanaf de andere kant, heel voorzichtig in de richting van het insect te bewegen. Vaak hebben ze dan de neiging om zich opnieuw te draaien, zodat ze terug in de richting van de camera zitten. Let er echter wel steeds op dat je het onderwerp niet teveel verstoort!

Naast voorbereiding, weet een goede macrofotograaf ook het één en ander af van fauna en flora. Dat is niet alleen handig om je onderwerp op naam te kunnen brengen, maar ook omdat je met wat extra natuurkennis meer kans hebt op succes. Bepaalde insecten en planten zijn immers vaak aan specifieke biotopen gebonden. Als je deze biotopen kunt herkennen,  dan verhoogt ook de kans dat je die bepaalde soorten kunt fotograferen. Daarnaast helpt ook het herkennen van de waardplant ( dat is de plant waarop de eieren gelegd worden en waarvan de rups leeft), want deze trekt uiteraard ook de volwassen individuen aan. Tenslotte hebben vele insecten ook een vliegperiode en komen ze buiten deze periodes zelden voor en zal je ze op die momenten dus veel moeilijker kunnen fotograferen.

Materiaal & techniek

Naast voorbereidend werk moet je ook technisch over de nodige bagage beschikken. Vertrouw bij macrofotografie nooit op de autofocus van je camera. Scherpte is vaak millimeter werk en de autofocus van je camera zal hier niet voldoen. Manueel scherpstellen is dus de boodschap. Met behulp van de live-view functie, gecombineerd met de zoom-functie, kan je perfect scherpstellen op de ogen van het onderwerp. Bovendien is de live-view ook handig om de compositie te controleren en biedt ze hulp bij het fotograferen uit hachelijke posities.

Veel fotografen vinden een statief bij macrofotografie eerder  beperkend, maar ik zie alleen maar voordelen. Enkel met een statief kan je 's morgensvroeg bij weinig licht fotograferen en hoef je niet de hele tijd de compositie of scherpte bij te sturen. Vergeet overigens niet om de lensstabilisatie uit te schakelen wanneer je vanaf een statief werkt.

Tussenringen op Nikon body

Tussenringen

Wie niet over een macrolens beschikt kan met behulp van extension tubes of tussenringen ook behoorlijke macro-mogelijkheden uit zijn/haar standaardlens halen. Tussenringen zijn holle ringen die tussen de lens en de camera geplaatst worden en de beeldafstand vergroten. Hierdoor wordt het beeld op de sensor groter en verkleint de scherpstel- en werkafstand. Deze ringen bevatten geen glas, waardoor je niets aan kwaliteit verliest enkel wat licht.

Wanneer je deze ringen combineert met een macrolens krijg je bovendien extreme macromogelijkheden die je toelaten om nog meer in detail te gaan, waardoor het mogelijk wordt om op een geheel abstracte manier te fotograferen. Gecombineerd met een breedhoeklens krijg je dan weer een heel ander verhaal en kan je relatief kleine onderwerpen toch beeldvullend in beeld brengen, terwijl je ook een groot deel van de omgeving kunt laten zien.

Conclusie

Wanneer je de volgende keer bij dag en dauw op pad gaat, op zoek naar insecten die zich gewillig laten fotograferen, denk dan af en toe eens outside the box. Probeer naast haarscherpe close-up beelden ook eens te experimenteren met bokeh en scherptediepte, licht en tegenlicht, silhouetten of high-key.  Je brengt er niet alleen vaak gefotografeerde onderwerpen op een verrassende manier mee in beeld, maar zet de kijker ook aan het denken, waardoor  de foto hopelijk veel langer blijft hangen.

Share: