Fotografie tips voor betere landschapsfoto's

Dit artikel geeft je 10 praktische fotografie tips over compositie, camera instellingen en belichting, die je zullen helpen om betere landschapsfoto's te maken.

Cotopaxi vulkaan

Tip 1: Verken vooraf je locatie

Aan elke goede foto gaat meestal een grondige voorbereiding vooraf. Je doet er goed aan om op voorhand de locatie te gaan verkennen. Tijdens deze voorbereiding probeer je potentiële foto's te ontdekken en leer je het gebied kennen. Met een kompas kan je inschatten waar de zon opkomt of ondergaat en krijg je een idee van het soort licht dat je mag verwachten. Als je de voorbereiding echt grondig wilt doen, kan je vooraf ook al enkele composities uitwerken.

Door op deze manier te werk te gaan, kan je de schaarse momenten waarop de omstandigheden goed zijn, optimaal benutten en vermijd je doelloos rond te wandelen op zoek naar een leuk hoekje of een geschikte compositie.

Knotwilgen met nevel

Tip 2: Standaard camera instellingen

Hoewel er op elke regel natuurlijk uitzonderingen bestaan, zullen de volgende instellingen in vele gevallen correct zijn voor weidse landschapsfoto's. Aangezien het meestal de bedoeling is om het landschap volledig scherp weer te geven, heb je voldoende scherptediepte nodig. Stel daarom de camera in op de diafragma voorkeuze stand (A(v)) met een diafragma tussen f/11 tot f/14. Je lens presteert het best tussen f/8.0 en f/11, maar aangezien zeker f/8.0 toch vaak onvoldoende scherptediepte geeft, stel je het diafragma best wat hoger in. Vermijd echter waarden boven f/16, want dan presteert je lens weer minder goed en worden lensfouten beter zichtbaar.

De ISO-waarde hou je best zo laag mogelijk. Als je de camera instelt op ISO-100 fotografeer je eigenlijk met de minste ruis en het hoogste dynamische bereik. Hou echter ook rekening met de omstandigheden. Bij weinig licht en op een winderige dag kan het misschien beter zijn om de ISO-waarde wat te verhogen zodat de sluitertijd korter wordt en je zo bewegingsonscherpte vermijdt.
Sommige camera's laten je ook toe om ISO-waarden lager dan ISO-100 in te stellen. Dit zijn echter softwarematig gegenereerde ISO-waarden, die vaak het dynamische bereik verkleinen.

Aangezien de kleurentemperatuur bij landschapsfotografie toch constant verandert, stel je de witbalans best in op automatisch. Als je in RAW fotografeert kan je die achteraf heel eenvoudig aanpassen.

Let erop dat de belichtingscompensatie aanvankelijk op nul staat. Pas na een eerste testfoto, waarvan je de belichting controleert, zal je een belichtingscompensatie uitvoeren (zie punt 4 “Leer correct belichten”).

Manueel scherpstellen bij Nikon

Tip 3:  Stel manueel scherp

Vertrouw bij landschapsfotografie niet op de autofocus van je camera. Afhankelijk van het scherpstelpunt  dat jij of de camera selecteert, bestaat het risico dat de scherpte teveel naar voor of teveel naar achteren ligt. Scherptediepte verhoudt zich als 1/3 scherpte voor en 2/3 scherpte achter. Als je dus scherpstelt op ongeveer 1/3 in het landschap zou alles van voor naar achteren scherp moeten zijn.

Een andere manier is om door de zoeker te kijken en met de scherpstelring lichtjes van links naar rechts te bewegen totdat je het punt hebt gevonden waar zowel voor- als achtergrond acceptabel scherp ogen.  De ervaring leert me dat dit op kwalitatieve lenzen vaak overeenstemt met de focus op oneindig.

Op minder goede lenzen heb je deze aanduidingen niet of zijn ze niet betrouwbaar.

Zonsopgang in de Keuzemeersen

Tip 4: Leer correct belichten

Hoewel je met programma's zoals Photoshop en Lightroom tegenwoordig achteraf nog heel veel kan corrigeren aan de belichting, mag dit geen excuus zijn om niet juist te belichten in het veld. Een correct belichte foto geeft je achteraf extra mogelijkheden en zal bovendien de beste beeldkwaliteit garanderen.

Juist belichten is in digitale fotografie eigenlijk een stuk eenvoudiger geworden met de introductie van het 'histogram'. Probeer enerzijds te vermijden dat het histogram links of rechts raakt, want zo verlies je detail in de hooglichten of de schaduwen. Omwille van het vaak enorme contrastbereik bij landschapsfoto's is dit echter niet altijd mogelijk. In zo'n geval kan je beroep doen op grijsverloopfilters  (voor meer informatie zie artikel 'Filters bij landschapsfotografie'). Heb je geen grijsverloopfilters dan kan je ook twee opnames maken, waarbij je de ene keer belicht voor de hooglichten en de andere keer voor de schaduwen. Achteraf kan je deze foto's in Photoshop heel eenvoudig samenvoegen. Hoe je dat precies doet kan je in het volgende filmpje bekijken:http://www.youtube.com/watch?v=-YEgmFANL1M

Anderzijds moet je niet alleen voorkomen dat het histogram links (schaduwen) of rechts (hooglichten) raakt, ook de andere tonen in de foto moeten op de juiste plaats in het histogram vallen.

Statief tussen boterbloemen

Tip 5: Gebruik een degelijk statief

Een statief is iets wat maar al te vaak onderschat wordt. Landschapsfotografie gebeurt vaak 's morgens vroeg en 's avonds laat op momenten dat er weinig licht is. Weinig licht gecombineerd met een hogere diafragma-waarde, waardoor er minder licht valt, en eventueel nog filters leidt vaak tot sluitertijden van enkele seconden of langer. Een goed en stevig statief is dus onontbeerlijk!

Live view op de Nikon D4s

Tip 6:  Gebruik live view

Ook de live view functie wordt eigenlijk door relatief weinig fotografen gebruikt. Nochtans kan dit erg handig zijn: aan de hand van de live view kan je de scherpstelling nog eens controleren door achtereenvolgens in te zoomen op voor- en achtergrond. Daarnaast is de live view ook zeer handig bij het evalueren van de compositie, zeker wanneer de zoeker van je camera het beeld niet volledig toont. Bestudeer in de live view het beeld grondig, let op de randen en zorg ervoor dat alle elementen in de foto goed en evenwichtig zijn gepositioneerd.

Tenslotte kan je de live view ook gebruiken om comfortabel te fotograferen vanuit hachelijke posities, waarbij je met het oog nog nauwelijks tot bij de zoeker kan.

Abstract berglandschap in de sneeuw

Tip 8: Experimenteer met verschillende composities en uitsneden

Vaak is de eerste compositie niet altijd de beste, daarom kan het interessant zijn om te werken op het onderwerp en verschillende standpunten en uitsneden uit te proberen. Met een breedhoeklens krijg je vaak verassende effecten en een goede dieptewerking als je laag bij de grond werkt. Maar ook vanuit een hoger standpunt kan je misschien dingen laten zien die vanop ooghoogte minder goed zichtbaar zijn. Overweeg ook eens een landschapsfoto in de portretstand te maken of ga misschien eens wat meer in detail met een telelens.

Coupure in tegenlich

Tip 9: Licht = sfeer

Het meest belangrijke element in een landschapsfoto is het licht: het zorgt voor sfeer en gevoel. Met licht staat of valt een landschapsfoto. En vaak zal een eenvoudig landschap bij goeie lichtomstandigheden veel indrukwekkender ogen dan het meest exotische landschap bij slecht licht.

Leer daarom de kwaliteit, types en nuances van licht (her)kennen en erop anticiperen. Leer zien hoe het landschap verandert onder bepaalde lichtomstandigheden en welke landschappen zullen werken onder verschillende omstandigheden.

Goed licht betekent niet altijd zonlicht, sommige landschappen zoals riviertjes en bossen zullen vaak beter ogen bij bewolkte omstandigheden.

Rivier de Hoëgne tijdens de herfst

Tip 10: Durf van het pad af te wijken

Deze laatste fotografie tip bedoel ik zowel letterlijk als figuurlijk. De beste foto's bevinden zich meestal niet langs de weg. Durf eens te midden een veld te gaan staan of met laarzen en statief in de rivier. Vaak zal je even moeten wandelen of klimmen en klauteren om tot bij die perfecte foto te geraken.

Durf daarnaast ook eens iets anders te doen en experimenteer met compositie, belichting of filters om tot verrassende effecten te komen.

Share: